Terug naar blog overzicht Hoger beroep kort geding ANBB et al. vs. NHG dient op 25/10 voor Gerechtshof van Arnhem

Hoger beroep kort geding ANBB et al. vs. NHG dient op 25/10 voor Gerechtshof van Arnhem

okt 24, 2022
Lees tijd: 5 min.
Langzaam Normaal Snel

Waarom heeft het NHG zoveel RCT-onderzoeken buiten beschouwing gelaten?

Tegenover deze drie gebrekkige RCT-onderzoeken – die zoals gezegd desondanks leiden tot een positieve uitkomst – staan nog 39 (!) andere RCT-onderzoeken die allen ook een sterk positief resultaat ten aanzien van het gebruik van Ivermectine bij COVID-19 laten zien. Deze onderzoeken heeft het NHG niet in haar oordeelsvorming meegenomen.

Anders dan het NHG niet onderbouwd noch aangetoond stelt, zijn deze RCT-onderzoeken niet van lage wetenschappelijke kwaliteit. Integendeel, de onderzoeken zijn representatief. Hieronder volgt een opsomming van de betreffende onderzoeken, die gezamenlijk een gemiddelde gezondheidsverbetering van 53% laten zien.

Uit de overgelegde notitie blijkt verder de juistheid van de stelling van appellanten dat het NHG aan ‘cherry picking’ doet. Het NHG past binnen haar methodiek een dermate nauwe filter toe ten aanzien van de bestaande RCT-onderzoeken (‘inclusiecriteria/PICO’) dat geen enkel RCTonderzoek haar toets kan doorstaan. Dit is uiteraard niet realistisch en niet geloofwaardig.

Kortom, uit alles blijkt dat op de onderzoeksmethode van het NHG ten aanzien van Ivermectine bij COVID-19 geen pijl te trekken valt. Vaststaat dat zij zeer onzorgvuldig te werk is gegaan bij haar oordeelsvorming. Het NHG spreekt zichzelf op diverse punten tegen en meet bovendien met twee maten. Haar negatief oordeel ten aanzien van het gebruik van Ivermectine bij COVID19 is bijgevolg volstrekt niet houdbaar.

Om die reden is rechterlijk ingrijpen absoluut noodzakelijk. Anders dan het NHG graag zou zien, dient deze discussie wél in de rechtszaal te worden gevoerd.

Waarom mag een veilig middel niet ingezet worden?

Volledigheidshalve benadrukken appellanten dat Ivermectine reeds sinds de jaren ‘80 in miljarden dosissen wereldwijd is voorgeschreven aan patiënten en dat het middel een zeer hoog veiligheidsprofiel kent, vergelijkbaar met bijvoorbeeld Paracetamol. Volgens de eigen bevindingen van het NHG is zelfs het gebruik van een placebo- of zoutoplossing nog risicovoller. Bijgevolg bestaat geen enkel argument om huisartsen te verhinderen om Ivermectine off-label voor te schrijven.

Het negatief advies van het NHG past niet ten aanzien van een aantoonbaar veilig middel.

Afwijken van richtlijn mag en moet zelfs onder bepaalde omstandigheden.

Juridische status van richtlijnen
Richtlijnen bevatten geen wettelijke voorschriften, maar aanbevelingen die zo veel mogelijk op bewijs gebaseerd zijn. Zorgverleners kunnen aan de aanbevelingen voldoen in het streven om kwalitatief goede of ‘optimale’ zorg te verlenen. Aangezien deze aanbevelingen gebaseerd zijn op ‘algemeen bewijs voor optimale zorg’ en de inzichten van de werkgroep hierover, kunnen zorgverleners op basis van hun professionele autonomie zo nodig in individuele gevallen afwijken van de richtlijn. Afwijken van richtlijnen is, als de situatie van de patiënt dat vereist, zelfs noodzakelijk. Wanneer van deze richtlijn wordt afgeweken, wordt het aanbevolen om dit beargumenteerd en gedocumenteerd, waar relevant in overleg met de patiënt, te doen.

Afweging door de huisarts
Het persoonlijk inzicht van de huisarts is uiteraard bij alle richtlijnen een belangrijk aspect. Afweging van de relevante factoren in de concrete situatie kan beredeneerd afwijken van het hierna beschreven beleid rechtvaardigen. Dat laat onverlet dat deze standaard bedoeld is om te fungeren als maat en houvast. Duidelijk is dat een neutrale richtlijn meer ruimte van handelen biedt dan een negatieve richtlijn en dat daarvoor een vereiste is dat het middel veilig is.

ANBB niet ontvankelijk?

Aangezien de ontvankelijkheid van de individuele appellanten 2 t/m 7 tussen partijen niet ter discussie staat, zullen appellanten niet nader hierop ingaan. Zoals de rechtbank in haar vonnis in eerste aanleg terecht heeft gesteld, zijn zij ontvankelijk in deze procedure. Dit is door het NHG niet betwist, met gevolg dat in rechte hiervan dient te worden uitgegaan.

Nu het NHG zelf het standpunt heeft ingenomen dat de ANBB een eigen belang heeft bij de uitkomst van deze procedure, staat dit feit hiermee in rechte vast. Het Hof dient dit dan ook in haar oordeel te betrekken. WAARVAN AKTE! De ANBB verzoekt bijgevolg het Hof om haar (alsnog) ontvankelijk te verklaren in deze procedure.

Lees hier de volledige pleitnota:

Gerechtshof Arnhem_pleitnota ANBB_anoniem

Terug naar blog overzicht
Sharing is caring!