Video: Juridische analyse van uitspraak rechtbank Breda en Utrecht : twee maal boete vernietiging voor COVID-artsen!
mrt 15, 2024Lees tijd: 5 min.
Casus Niek Rogger : Blog post "Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt IGJ boete van 6375 euro die was opgelegd aan arts Niek Rogger"
Casus Alexander van Walraven: Blog post "Rechtbank Utrecht vernietigt IGJ boete van 3000 euro die was opgelegd aan arts Alexander van Walraven"
Een nadere analyse door Sober Khowja, volgt hieronder:
- Dit was naar aanleiding van het beroep dat op 28 november 2023 in Breda gediend heeft tegen de bestuurlijke boete van een andere arts die aan het NTG-collectief (ofwel Zelfzorgcovid) verboden is. In deze bestuursrechtzaak stond eveneens artikel 68 Gnw centraal wegens het voorschrijven van HCQ en IVM. De rechters hebben de boete vernietigd wegens strijdigheid met het lex-certa beginsel .
- De rechters hebben ten eerste vastgesteld dat de strafbepaling kan niet alleen worden gelezen in het eerste deel van het artikel 68 Gnw ( Het buiten de door het College geregistreerde indicaties voorschrijven van geneesmiddelen is alleen geoorloofd wanneer daarover binnen de beroepsgroep protocollen of standaarden zijn ontwikkeld.) Ook het tweede deel (Als de protocollen en standaarden nog in ontwikkeling zijn, is overleg tussen de behandelend arts en apotheker noodzakelijk) is onderdeel van de strafbepaling. Artikel 68, eerste lid, bevat een aantal termen die uitleg vergen, zoals beroepsgroep, protocol en standaard . Ook van overleg tussen behandelend arts en apotheker is niet zonder meer duidelijk welke eisen daaraan worden gesteld.
- De rechtbank heeft vastgesteld dat de begrippen beroepsgroep, protocol, standaard , en overleg niet nader zijn omschreven in de wet, maar de invulling ervan is wel bepalend voor het antwoord op de vraag of sprake is van een overtreding en dus een beboetbaar feit. De rechtbank is van oordeel dat ook de wetsgeschiedenis van de Gnw niet op een eenduidige wijze de vraag beantwoordt hoe deze begrippen moeten worden uitgelegd en wanneer sprake is van een overtreding. En omdat het hier gaat om een bepaling, waarbij op niet naleving daarvan een punitieve sanctie staat in de vorm van een bestuurlijke boete, achtte de rechtbank het op basis van deze bepaling optreden tegen de arts in strijd met het lex certa beginsel. Het gaat er daarbij om dat de rechtsnorm duidelijk en bepaalbaar is. Het wordt ook wel “bepaaldheidsgebod” genoemd. Deze norm wordt overduidelijk niet gehaald .
- Dat de IGJ op haar website op 25 maart 2021 bekend heeft gemaakt dat er boetes zullen worden opgelegd voor het off-label voorschrijven van IVM en HCQ bij Covid-19 maakt dit niet anders. Deze aankondiging vervangt niet een deugdelijke wettelijke basis voor een punitieve sanctie zoals de opgelegde boete. Gelet op het voorgaande heeft de rechtbank geconcludeerd dat er geen sprake is van overtreding van een verbod waarvan de inhoud van tevoren duidelijk was omschreven . De minister was niet bevoegd tot het opleggen van de boete aan de arts in kwestie wegens overtreding van artikel 68, eerste lid, van de Gnw.
- Zoals u hierboven kunt lezen is het zeer de vraag hoe valide de onderbouwing van het CTG college is geweest, mede gelezen de uitspraak van rechtbank Zeeland West Brabant. Het mag duidelijk zijn dat het tuchtrecht en bestuursrecht twee verschillende rechtsgebieden zijn. Echter wanneer op het uitleg en toepassing van een dezelfde bepaling gaat (artikel 68 Gnw ) dan mag je als burger en met name als arts verwachten dat tussen beide rechtsgebieden enige mate van rechtsconsistentie en -toepassing plaats zal vinden.
Weliswaar dient de minister de artsen een standaard vergoeding voor de proceskosten te betalen de werkelijke juridische kosten liggen helaas veel hoger (ondanks het feit dat de meeste juristen (in totaal 5) die ons helpen tegen een gereduceerd tarief werken). Ook bestaat er nog een kans op hoger beroep voor de Raad van State.
Wilt U deze artsen steunen in de strijd voor waarheid en gerechtigheid:
Crowdfunding juridische kosten artsen
Wanneer u uw donatie liever overmaakt dan kan dat op rekeningnummer NL49 INGB 0675 3804 56 ten name van “Vereniging Nederlands Teleartsen Genootschap”.
Deze video is vrijwel zonder kosten tot stand gekomen door inzet van de artsen en BEELDWERK.TV.
Terug naar blog overzicht